De bekende ijscoman Moes Pekdemir heeft opnieuw een conflict met de gemeente Den Haag. Omdat het Binnenhof vanwege de renovatie gesloten is, had Moes zijn ijskar onlangs bij de Plaats neergezet. Daar werd hij weggestuurd door handhavers die dreigden met een boete, omdat rond de Hofvijver geen ambulante handel is toegestaan.

Op het Binnenhof had Moes toestemming van het Rijk om ijs te verkopen. Voor plekken elders in de stad moet hij een vergunning bij de gemeente aanvragen. Die heeft hem een standplaats bij de entree van de tijdelijke Tweede Kamer aan de Bezuidenhoutseweg aangeboden, maar daar wil Moes niet staan. 

Gemeenteraadslid Ralf Sluijs van Hart voor Den Haag gaat het stadsbestuur vragen om Moes toch een vergunning te geven voor een plek op de Plaats, aan de Lange Vijverberg of voor het Mauritshuis. "Koop een bolletje ijs in plaats van een bon uit te schrijven", aldus Sluijs. "Moes verdient een plek waar hij niet wordt lastiggevallen. Dat is ook beloofd door het college. Nu het Binnenhof jaren op de schop gaat moet het gebied rond de Hofvijver alsnog worden aangewezen als locatie voor ambulante handel. Ik reken erop dat de raad hierin meegaat en Moes gewoon kan blijven."

Vervuilend

Moes Pekdemir lag eerder overhoop met de gemeente Den Haag, omdat zijn ijskar een vervuilende tweetakt-brommer heeft. De wagen mocht daarom het centrum niet meer in. De gemeenteraad stak daar een stokje voor en besloot driewielige voertuigen vrij te stellen van het verbod op tweetakt- brommers.